
bron: L.Bartels – vinger gebrand (bij het maken van dit klunstwerk en dus (nog) niet bij het definiëren van kunst).
Je kunt er je vingers lelijk aan branden: KUNST en de definitie daarvan. Wat is gepruts, wat is prachtig, wat is gekluns en wat ware kunst? Wiens smaak en oordeel zijn daarbij van belang? Wiens ‘oh, maar dát vind ik pas kunst!’ doet er totaal niet toe? En wie of wat is dan überhaupt een kunstenaar?
DEFINIEERT U MAAR LEKKER
Een van de gangbare definities: “Een kunstenaar is een persoon die zich wijdt aan ‘de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke oeuvres in de audiovisuele en beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater en de choreografie.’ (Bron: RSVZ)
Ik beperk mij hier op ‘Klunst’ uitdrukkelijk tot de beeldende kunsten, de (modern) visual arts. De overige genoemde kunstsectoren zijn weer subject van een geheel andere discussie, daar wens ik mijn vingers nu nog even niet aan te branden. Maar wat is dan beeldende kunst?
‘Kunstenares’ Tinkebell heeft zelfs meerdere definitie-pogingen gewaagd, zoals ooit (2015) in Trouw en in recenter een filmpje van GeenStijl. In die laatste video openbaarde zij DE definitie:
“Wanneer een kunstenaar iets tot kunst benoemt, dan is het kunst.”
GESTRUIKELD
Daar struikelde ik natuurlijk meteen overheen. Een bevriend kunstenaar zei namelijk precies het tegenovergestelde:
“Zelfbenoemde kunst en kunstenaars bestaan niet. Kunstenaars zijn mensen
die een opleiding gevolgd hebben aan een Hogeschool voor de Kunsten.
Wat zij ‘maken’, noem je ‘werk’. Of dat werk ook daadwerkelijk kunst is,
moet blijken. Maar dat kun je niet (nooit) zélf als kunstenaar stellen.”
(Dank je, Erwin de Vries!)
En daar hebben we HET punt. Meteen ook míjn punt. Of dat ‘werk’ van al die kunstenaars daadwerkelijk kunst is, dáár kun en mag je namelijk wel degelijk over twisten. Of het mooi is, doet er niet toe. Want onbetwistbare smaak en zo. Maar óf het kunst is, dát is de vraag.
TERUG NAAR AF: WAT IS DAN KUNST?
Tinkebell – daar is ze weer – geeft in Trouw (zie link hierboven) een aantal doorgaans gestelde randvoorwaarden.
“Kunst moet esthetisch zijn, kunst moet je aan het denken zetten,
kunst moet tastbaar zijn en kunst met dieren is geen echte kunst
(om wat ‘voorwaarden’ te noemen). Het kunstenaarschap is een
vrij beroep, wat betekent dat iedereen kan zeggen dat hij of zij
kunstenaar is en dat iedereen dus kan zeggen dat wat hij of zij
maakt of presenteert, een kunstwerk is.”
Dat klinkt een beetje als de job van ‘consultant’. Ook een vrij beroep; iedereen kan zichzelf consultant in de wat-dan-ook noemen. Het werk dat afgeleverd wordt, noemt de consultant dan ‘professioneel advies’. Maar of dat advies ook daadwerkelijk een advies is, een GOED advies, dat hangt weer van de context af waarin hij dat advies geeft. En of hij binnen die context verstand van zaken heeft. Geeft hij bijvoorbeeld het geweldige advies ‘pies niet tegen de wind in!’ aan een zwangere, bedlegerige vrouw, kun je je afvragen of hij ze nog allemaal op een rijtje heeft. Zegt hij hetzelfde tegen een 1o-jarig knulletje op de Afsluitdijk, die net zijn gulp openritst om eens even flink te wateren, is zijn advies geheel zinvol en op z’n plaats. Een waar consultant.
CONTEXT IS ALLES
Blijkbaar hangt kunst dus vooral van de context af. Van de bedoeling, de intentie. Wat wil de maker ermee bereiken? Tegenwoordig is iets dus al ‘kunst’ als het vernieuwend is (nog nooit eerder gedaan), als het stof doet opwaaien (‘moet dát kunst zijn?!? Schande!!’), als het kritiek oplevert, als het reactief is en zodoende weer reacties uitlokt. Je vindt met je werk ergens iets van en wat dat dan is, maakt niet uit.
Vriendkunstenaar Erwin zei echter ook het volgende:
“Sinds ca. 100 jaar (Duchamp) is mooi (of knap, of technisch vaardig)
geen argument meer voor kunst. Mooi (of knap gemaakt),
is überhaupt geen interessant uitgangspunt, zo is gebleken.
Iets wat je ‘mooi’ vind kun je bijvoorbeeld enkel nog maar
‘minder mooi’ gaan vinden.”
Ik ben Erwin erg dankbaar voor zijn fijne input en goede inzichten. Maar: mooi is dus klaarblijkelijk ongewenst geworden (en smaak is ook niet meer van belang). Vakmanschap is eveneens volledig irrelevant. Je doet iets ondefinieerbaars als kunstenaar en dat heeft dan maar kunst te zijn. En moet ook nog eens als zodanig gewaardeerd worden. Moet.
Daartegen wens ik te ageren.
DOORSNEE BURGERTRUT
Ik doe nu net even alsof ik de doorsnee burgertrut ben, die ik in feite ook gewoon ben, en vraag me af: wat MOET ik dan met die klunzige, gekunstelde creaties?
Ik vind ze al niet mooi, dus minder mooi gaat het zeker niet meer worden.
Ik vind ze veel te duur; duizenden euro’s voor een paar slordige, klunzige vegen op een doek, vreet dat zelf maar op.
Ik vind ze over het paard getild, snobistisch; als je de kunstwaarde ervan niet inziet, ben je per definitie een cultuurbarbaar en een te simpele ziel om het ‘werk’ te begrijpen en te doorgronden.
Ik vind ze door de strot geduwd, want de Nederlandse moderne kunstenaars die wél van hun kunst kunnen leven, omdat het daadwerkelijk iets voorstelt (m.a.w. vakkundig, esthetisch, etc.), kun je op één hand tellen; de rest moet grof gesubsidieerd worden zodat zij hun ‘controversiële, vernieuwende werk’ en masse af kunnen blijven leveren.
Maak mij als simpele burger dan maar eens duidelijk waarom kunst móét, waarom ik mee moet betalen aan die tsunami van overbodige kunstwerken. Aan gekunstel wat in feite enkel gekluns is en wat iedere oppervlakkige geest kan maken.
UITGEHOLD EN LEEG
De moderne en abstracte kunst van tegenwoordig is uitgehold, leeg, soms zelfs niet eens meer tastbaar. Het overgrote deel van de huidige ‘kunst’ is enkel nog bedoeld om een of ander warrig statement te maken, dat in zo wollig mogelijke zweefwoorden in de bijsluiter van het ‘werk’ omschreven wordt. Zonder omschrijving snap je er namelijk al helemaal geen bal meer van.

Bron: © Klunst.nl
Vakmanschap (oude meesters!) is klaarblijkelijk al lang en breed overbodig. Maar… hoe komt het dan dat het handjevol kunstenaars, dat wél op eigen kracht is doorgebroken (daarover later mee, zie overigens ook de True Artist Alerts) blaken van het vakmanschap, van de kunde? Zou de waardering en erkenning die hen ten deel valt, dan tóch misschien daaraan liggen?
De wereld der moderne kunst is verworden tot de eentonige massaproductie van non-creatieve statements, die in feite zo bij het grof vuil kunnen.
PLOPSALAND DER KUNSTEN
Kunst moet dus NIET. Kunst mág. Omdat niemand voor een ander kan en mag definiëren, wat kunst genoemd mag worden en wat niet. En dat is nu precies wat er wél gebeurt in het Plopsaland der Modern Visual Arts. Het is een gekunstelde, artificiële wereld geworden, die van selectief en discriminerend uitgedeelde subsidies aan elkaar hangt.
De art experts, de kunstadviescommissies, maar ook de subsidiërende instanties en bijvoorbeeld het Mondriaanfonds ( = overheidsgeld); zíj bepalen wat in Nederland ‘kunst’ is en wie ’talent’ heeft.
En dat heb je maar te slikken.
En te betalen, graag.
Recente reacties