Berichten

Wederom een illustratie van hoe ‘leeg’ de kunst eigenlijk is. Compassieloos gezwets over zogenaamde kunst, die in feite gewoon simpel gekluns is. Maar: met het stempel ‘kunst’ erop wordt de vis, excuses, de komkommer duur betaald. Een gouden column van Luuk Koelman (uit 2005), ook op zijn eigen site terug te vinden.


Kabouter buttplug: een vrucht zonder compassie

Bron: commons.wikimedia.org (licence CC2.0)

In mijn atelier ontvang ik de Rotterdamse cultuurwethouder Stefan Hulman, bekend als drijvende kracht achter de aankoop van Santaclaus, een zes meter hoge bronzen kabouter met een dildo in zijn hand. Het 280.000 euro kostende kunstwerk (in de volksmond ook wel ‘Kabouter buttplug’ genoemd) werd afgelopen maandag in museum Boijmans van Beuningen onthuld.

Hulman blijkt een kunstkenner pur sang. Hij houdt direct halt bij een tafeltje met daarop mijn meest recente creatie. “Dát is nog eens een bijzonder kunstwerk!”
Ik knik minzaam. “U kent mijn motto: kunst is durven.” Ik draai het tafeltje met het kunstwerk voorzichtig rond. “Wat we hier zien, is een heel intiem en broeierig werkje. Een creatie, gebaseerd op mijn fascinatie voor de schoonheid en complexiteit van vormen in de natuur.”
Hulman is een en al oor. “Mag ik stellen dat uw werk, net als poëzie, nooit helemaal te doorgronden is?”
“Dat klopt. Bij voorkeur schep ik een zo groot mogelijke ruimte voor interpretatie. Vrijheid, schoonheid, liefde, onschuld. Dat vertaal ik in lijnen, vlakken, kleuren en spanning. Heel klassiek eigenlijk.”
De wethouder knikt enthousiast. “Uw kunst laat zich niet expliciet in woorden vatten. Het is méér dan een statement, waarin de alledaagse werkelijkheid centraal staat.”
“Zoek inhoud,” antwoord ik, “en de vorm zal je worden toegeworpen. Dat is mijn adagium.”
Hulman slaakt een kreet van bewondering. “Het is dat ikzelf ook behoorlijk wat verstand heb van kunst, want anders zou ik denken: hier ligt gewoon een overrijpe komkommer op een tafeltje.”

Bron: eigen foto Kunst.nl (LB)

Ik kijk de wethouder gekweld aan. “Daarmee doet u deze sobere, uitgebalanceerde compositie toch echt onrecht aan. Geen vrucht is zo omgeven door mysterie als de komkommer. Wanneer u goed kijkt, valt op dat deze creatie niets meer of minder is dan een waargenomen beeld.” Ik til de komkommer voorzichtig op. “Onaangedaan en meedogenloos. Een verstilde vrucht zonder compassie.”
De wethouder begint te stotteren. “Ach, op die manier. Hoe dom van mij. Neemt u mij niet kwalijk. Excuses, ik zag hoe u met een plastic tas van Albert Heijn uw atelier binnenkwam en die komkommer hier op een tafeltje legde en dacht…”
“U heeft in zoverre gelijk dat hier ook een aubergine of een stronk prei had kunnen liggen, want als kunstenaar ben ik altijd gefascineerd door de toevalligheid van het moment. Maar bij voorkeur gebruik ik de komkommer als uitgangspunt voor mijn creaties.”
“Ooooh…!” Hulman slaakt een kreet van herkenning. “U bent die kunstenaar die ooit vijfendertigduizend komkommers pureerde in een poging een statement te maken tegenover de tot vlees gereduceerde mens…”

Ik knik. “Maar tegenwoordig laat ik overbodige elementen weg. De vorm is de metafoor die de toeschouwer raakt.” Mijn rechterhand zweeft bezwerend boven de komkommer. “We zien een vrucht die louter handelt vanuit de eigen pose. Een onvergankelijk monument waarin de thema’s identiteit, persoonlijkheid, vrijheid, bewustzijn, liefde, dood en jaloezie bij elkaar komen – als de kosmos van de ziel. Begrijpt u wel?”
De wethouder zucht verrukt. Tien minuten later verlaat hij – 19.000 euro armer maar een komkommer rijker – mijn atelier.

Een smeuïge gastcolumn (weliswaar al wat ouder, uit 2011) van Luuk Koelman. Over de kunstfilosofische onzin die uitgekraamd wordt bij het zien van wat men zo graag ‘moderne kunst’ noemt. Natuurlijk ook te vinden op zijn eigen site koelman.com.


Pindakaas omdat het moet

Gisteren was ik in museum Boijmans van Beuningen om daar de roemruchte 4 bij 14 meter grote Pindakaasvloer van Wim T. Schippers te bewonderen. Het museum kocht de creatie aan voor 100.000 euro.

Bron: eigen foto Klunst.nl (LB)

Maandag stapte een argeloze bezoeker er per ongeluk in. Toen stonden er plots twee voetstappen in de pindakaas. De onverlaat moest een fikse boete betalen. En terecht. Aan kunst hangt nu eenmaal een prijskaartje.

Inmiddels is alles weer netjes gladgestreken. Gelukkig maar, want de Pindakaasvloer is het mooiste en meest indrukwekkende kunstwerk dat ik ooit heb gezien. Fenomenaal. Wie nu roept “dat is geen kunst, dat is pindakaas,” moet echt zelf gaan kijken. Je zal ervaren hoe Wim T. Schippers met zijn Pindakaasvloer niets minder dan de werkelijkheid op het spel zet. Het grijpt je naar de strot.

Dit enorme werk verraadt de diepte die eraan ten grondslag ligt, maar laat even zozeer ruimte open voor interpretatie. Vooral de onomkeerbaarheid ervan maakt grote indruk. “Het raffinement van het alledaagse,” fluister ik tegen een artistiek uitziende dame. Zij knikt, want net als ik weet zij: kunst moet zich verhouden tot de wereld. En dan die geur! Ik kijk met mijn ogen dicht. De Pindakaasvloer ademt vooral onschuld. Troost. Herkenning. Vragen doemen op. Is het de werkelijkheid die hier gedijt? Of toch de fantasie?

Terwijl ik voorzichtig om de Pindakaasvloer loop, bekruipt mij een gevoel van ontheemding. Wroeging, eenzaamheid, berusting, ja, zelfs verslagenheid. Maar tegelijkertijd is daar die robuustheid. De gemalen pinda’s, vertaald in een strakke, bijna meedogenloze vlakte. Vorm, onneembaar als een vesting. Alles gevangen in één scandaleus beeld. De Pindakaasvloer als het vrije domein van de kunstenaar – en tegelijk is het een omsloten ruimte. Dat werkt vervreemdend.

Uiteindelijk, zo lijkt de kunstenaar ons te willen vertellen, draait alles om de afgeleide emotie. Starend naar deze Pindakaasvloer, worstelt de toeschouwer met zijn eigen identiteit. De kracht van het kwetsbare, want kunst gaat altijd over transformatie. Hoeveel bewustzijn kan een mens verdragen? Immers, zonder kunst geen leven, want al scheppende houd je de dood op afstand. Ja, wie zich door deze bijna sacrale Pindakaasvloer dúrft te laten ontroeren, weet: dit werk heeft eeuwigheidswaarde. En dat allemaal voor slechts 100.000 euro. Een koopje.


NB: Het concept voor het pindakaasvloerproject kostte uiteindelijk €30.001 euro. Dat was echter voor het concept alleen: de uitvoering, het materiaal, de k(l)unstenaarstijd, het ‘onderhoud’ (na erdoorheen banjerende klunzen, die voor hun stommiteit grof moesten betalen) en het opruimen niet inbegrepen. Ludiek blijft het. Zowel het project als de kosten ervan.